Blijf op de hoogte van nieuwe schrijfsels via mail of via RSS. Neem een kijkje in mijn boekenkast of spellenkast.
Ick weet niet wat het is met onse Nederlanders,
Want nevens hare taal soo spreken sy noch anders,
Het is haar niet genoegh te spreken hare taal,
Sy spreken Frans, end' Schots, Latijn, end' als de Waal.
Sy weten 't als een kock te menghen, end te scherven,
Om soo quansuys wat eers by and're te verwerven,
De eene seyd, bon jour, mijn Heer, de and're weêr
Seyd bona dies, Heer, end' swets soo even seer.
De grace, neen Monsieur, excuse moy sy spreken,
End doen niet anders als wat Frans den hals te breken,
Dan koomter oock Señor, end' maackt den Spaanschen geck,
In plaatse van voornoemd, is ditto nu den treck.
Van waar koomt ons dit toe te menghen soo de talen,
End' dan van dees' een woord, end' dan van die te halen,
Is 't schaarsheyd in de taal? verwert ons die de spraack?
Neen, d'hooghmoed die ons quelt is oorsaack van de saack.
- Adriaen Hoffer (1589 - 1644)
Annie Ernaux op de planken. Geslaagde indruk van het boek, persoonlijk en collectief. De inbreuken die de haast aldoor aanwezige muziek maakt, op sommige momenten met scherpte, zijn welkom en passen op een vreemde manier bij de onderstroom van weemoed die altijd al bij dit boek hoorde. Het zware West-Vlaamse accent was dan weer niet nodig.