Saudade
Op kousenvoeten dient het zich aan. Bijna onhoorbaar, maar aanhoudend. Volhardend. Knagend. Dat idee van een leven geleefd, een richting ingeslagen en een onvermijdelijke Sylvia Plath. Van een droom bezworen en ontsteltenis uitgehard in de lagen van de jaren. Alsof we vier decennia later zijn en ik het overschouwen al te lang heb uitgesteld.
Het is Arsène Goedertier die me komt halen. Hij bracht het paneel mee, 'De Rechtvaardige Rechters'. Maar de rechters zijn van het doek verdwenen en in hun plaats zetelen tien generaties Jacobsen en tien generaties Verschraeges. Vadersdochters en moederszonen. Ze kijken me streng aan en lijken wel levensecht. Ze bestaan niet meer enkel uit woorden en hebben de taal ingewisseld voor eeuwige wanhoop en minachting voor wie nog op een toekomst rekent.
Daar vind je de lach op het schilderij. Bij het kind dat we ooit speelden. Het stuift een grasbegroeide heuvel af en op en weer af. Het schreeuwt zich schor en is peuter, kleuter, puber en nog lacht het het leven bloot. Het eet biefstuk met béarnaise en deelt voor de eerste maal zijn lakens. Het kijkt naar morgen en ziet daar enkel liefde. Het lijkt wel bijna een mensje.
Ik wandel door de dagen en wijs naar alles wat verdwenen is.
Vreugde en melancholie in de zonovergoten herinneringen van je jeugd. Vooraleer Paul Mescal de spierballen liet rollen in het totaal overbodige vervolg op Gladiator wist hij in Normal People (2020), deze Aftersun (voor mij de mooiste film van 2022) en All of Us Strangers (2023) op weergaloze wijze mijn natuurlijke zucht naar weemoed te bespelen.