Met mij gaat het goed, zei ze
Morgen zal ik solliciteren naar een job waarvoor ik niet over het juiste diploma beschik, niet op noemenswaardige ervaring kan bogen en al zeker niet de vereiste vaardigheden bezit. Niets aan de hand, vandaag verkoop je jezelf in die situatie simpelweg als een soort neokapitalistische efficiëntierobot. Ik zal zorgen voor meer productie op minder tijd waarbij minder beroep gedaan hoeft te worden op menselijke arbeid. Marges verdwijnen als sneeuw voor de zon wanneer ik niet aanwezig ben, KPI's flitsen donker- tot diepgroen wanneer ik er wel ben. De aandeelhouders verzuipen bij voorbaat in hun dividend aan flessen champagne - merk Veuve Clicquot, maat Nebukadnezar - en snuiven het tussenschot uit de neus, het is tenslotte maar één keer feest, nietwaar.
Kan je werkelijk zelf een ander pad kiezen? Stuw je jezelf in een richting waar je denkt te willen gaan, te moeten gaan om, om, om? Of er verandert niet echt iets. Je gaat ergens anders werken, ergens anders wonen, je kent nieuwe mensen en je vertelt nieuwe verhalen en nog steeds verzand je in datzelfde moeras. Wat in je beweegt stil je niet met een pleister. Ik zal solliciteren naar een nieuwe job, en misschien pak ik het wel helemaal anders aan, ik laat de beurs verweesd achter en nestel me comfortabel in het overheidsapparaat, of ik Singer er op los als ambassadeur voor een of andere goedaardige ngo, ik duik in het boekenvak en in het weekend ga ik aan de slag als cipier.
Het jaar aan ervaringen, beleefd in een ongekende vrijheid, bewust en traag en in grote teugen soms, met slecht verwerkte en onverleden roerselen soms, zal nu langzaamaan en dan steeds sneller vervluchtigen en dan zullen de herinneringen bewaard worden in enkele foto's en de verhalen die door de jaren heen zullen transformeren tot wat ik wilde, wenste, hoopte beleefd en gevoeld te hebben. Veel ervan is werkelijk en tastbaar geweest en in mijn hart blijf ik een romantische ziel.
Op een dag word ik teruggevoerd naar het ogenblik dat ik voor de graftombe stond van de Macedonische koning Philippus II. Het is er kil, ondergronds en donker, met enkel een zwak licht dat de ingang van de tombe beschijnt. De lucht ruikt naar koele aarde en smaakt metalig. Ik ben de enige persoon hier, op deze stille, sombere plek. Een man vond hier zijn laatste rustplaats. Meer dan 23 eeuwen later sta ik aan zijn tombe en nooit was ik me meer bewust van alles dat zich in het nu rond me heen beweegt, van alles dat mij tot mij maakt en van alle paden die nog voor me openliggen. Van alle paden die afgesloten zijn, vergane glorie of nooit genomen kansen.
Als je aan iemand vraagt hoe het gaat luister je vaak niet naar het antwoord, dat even vaak ook geen echt antwoord is. We antwoorden dan met: 'goed, en met jou?' Iets om te zeggen, iets voor de vorm en om het begin van een gesprek dat die naam niet mag hebben in te leiden. Soms wil ik het echt weten, maar dan gaat het blijkens goed en zeg ik 'met mij ook'. Op de treinrit tussen Brussel-Zuid en Gent-Sint-Pieters kwam een meisje op de bank tegenover me zitten, ze leek een beetje triest. Ik werd gebeld.
'Lang geleden, hoe gaat het?'
Met mij ook, dacht ik.