Het lelijke nachtspook
Niet zo lang meer, niet zo lang meer. Het is de geruststellende, het is de uitvlakkende riedel die het leven zijn lethargische reutelritme geeft en eens wisten we nog hoe sloom het wel niet ging maar vandaag kijken we met geloken ogen toe hoe het aan ons voorbij dendert en we wensten dat we aan hetzelfde tempo mee konden hossen maar we zijn zo moe, we zijn zo traag. Enkelen zien dit, enkelen zien dit als een uitnodiging en ze nemen ons mee naar warme, uitnodigende zetels en ze voeren ons naar de zoete zachte woorden die we net op dat moment nodig hebben en vanaf dat moment zijn we blind.
We zien ze niet meer, de waarschuwingen en de misvormde gelaten die ons toeschreeuwen, die willen zeggen dat het niet zo is, het is toch niet zoals beweerd wordt want als je het wil horen krijg je enkel kwatongen geserveerd en als je het wil horen krijg je cynisme als ontbijt en misantropie als medicijn en je wil hen niet geloven want de woorden lijken zo rationeel tot ze het niet meer zijn. Het is nooit rationeel geweest want het is een slang en het heeft geld geroken en het heeft al lange tijd geen liefde meer gekend.
Ik begrijp het. En dat is geen regel, het is geen uitzondering, het is helemaal geen iets.
De vrije wil is nu verzwolgen door ons aanwassende weten maar we hebben nog gevoel en ik wens hen het beste toe en ik wens hen een geweldig jeukerige gonorroe toe en waanzin in het hoofd. Ik denk dat we sommige kwesties niet luidop moeten beleven. Dit, evenwel, luider, luider, luider. Schande. Schande en schaamte, lelijk nachtspook. Ik wens je een geweten, ik wens je een hart.