E-lezen
In de platonische traditie moet het idee van een boek welhaast zeker een fysieke vorm aannemen. Een boek dat je kan vastnemen en openslaan, waaraan je kan ruiken (oh de typische nieuweboekengeur van lijm en inkt en bewerkt papier, oh de stoffige oudeboekengeur van geschiedenis en rook en hout en aarde), waarin je de woorden kan voelen, waarin je onuitwisbare aantekeningen maakt, waarvoor je de mooiste bladwijzer uitzoekt of een stukje gescheurde krant. Een boek waaraan je ziet dat het gelezen is, aan scheurtjes in de pagina's, gevouwen hoeken, rimpels in de boekenrug - van ouderdom, van leesgenot dat tastbaar is geworden.
Ik ga op reis en ik neem mee: bij voorkeur een extra koffer, tot aan de rand gevuld met leesvoer, die ik overal met graagte meezeul want meer boeken betekent meer keuze betekent meer plezier. In het onhebbelijke voorval dat er maar één tas mee kan laat ik wel enkele t-shirts thuis, samen met de lange broek die ik toch niet zal dragen, een extra trui en, ach ja, met een onderbroek of drie, vier komt een mens wel even toe, nee?
Vandaag kan je praktischer reizen. Of nee, dat kon vroeger ook al. Je kon als een halve gek niet één boek meeslepen en je dagen vullen met uitstappen naar fotowaardige trekpleisters (met die foto's kon je na de vakantie je ongeïnteresseerde familieleden en onfortuinlijke vrienden tot slapens toe vervelen middels een eindeloze diavoorstelling), zwemmen in het diepblauwe water van de Mediterraanse Zee, dansen in zuiderse dartelcafés, bruinbakken onder het genot van slappe cocktails waarvan de derde of de vierde altijd in het zand belandde. Voordeel van die aanpak was dat je voor elke dag een vers onderbroek meehad. Nadeel was dat je niets had gelezen en je dus - laten we een schlemiel een schlemiel noemen - je vakantie compleet en algeheel verkwanseld had. Nu neem je eenvoudigweg een e-reader mee van ten hoogste enige honderden grammen waarop duizenden boekwerken je toelachen.
Terecht schoof ik deze vorm van moderne efficiëntie zo lang mogelijk voor mij uit. Terecht zal ik in de komende jaren ook enkel gebruik maken van deze depreciatie van het geprinte boek als het echt, écht niet anders kan. Ik moet toegeven: het is verdomd handig, het leest best oké, je kan in het donker gewoon blijven verder lezen, boeken die je in hun fysieke vorm krampen van jewelste zouden bezorgen in je vingers wegen nu evenveel als een au fond nietszeggend, zenuwachtig pamfletje van Tom Van Grieken. Maar. Het is geen Boek. Je hebt niet 'het' gevoel, het digitale formaat schept een soort van kunstmatige afstand tot de woorden. Het is oké als noodoplossing, als het moet, als praktische overweging, niet meer dan dat.
Wanneer het kan kies ik dus wel voor pockets en hardcovers, een dwarsligger zelfs nu en dan, als ik in een ondeugende bui ben. Het is nu net nog wachten op iemand die deze webstek in boekvorm uitgeeft. Gegadigden kunnen een zwaar gefrankeerde postkaart sturen naar eender welk adres in San Marino, die komt wel terecht.