De cijfers: overbevolking

2 minuten

Ik houd zielsveel van cijfers en statistieken. Ze spreken mijn innerlijke hunkering naar duidelijkheid en patronen aan, ze bieden een leidraad en een helpende hand in de chaos van tegen mekaar opbiedende meningen die zo op steeds losser zand komen te staan en onderbouwde, doch misbegrepen proposities. Maar cijfers hebben context nodig en andere cijfers met context om er coherente en betekenisvolle conclusies uit te kunnen trekken. Verkeerd begrepen en bedrieglijk gepresenteerde cijfers liggen aan de basis van zoveel misinformatie, ze zijn tegelijkertijd een uiterst potent medicijn daartegen.

Eén zo'n vaak misbegrepen en verkeerdelijk voorgesteld probleem is dat van de overbevolking. Het was het grote doembeeld van Etienne Vermeersch, net zoals het dat is of was voor vele anderen die zowaar enthousiast werden van China's strenge eenkindpolitiek (dat onder andere leidde tot een scheve verhouding tussen het aantal mannen en het aantal vrouwen). Maar zoals wijlen Hans Rosling (Feitenkennis, aanrader!) je had kunnen verzekeren vertellen de cijfers een heel ander verhaal. Beter onderwijs, in het bijzonder voor meisjes, en hogere levensstandaarden doen eerst de kindersterfte dalen, en daarna het geboortecijfer.

De groei van de wereldbevolking is al lang niet meer exponentieel, en zal tegen het eind van deze eeuw zelfs negatief zijn:

Een term die Hans Rosling ons nog cadeau deed: 'peak child'. Dit is het moment waarop het aantal kinderen op de wereld ophield met groeien (kinderen onder de leeftijd van vijf jaar). Ook dit moment ligt nu al enkele jaren achter ons:

Als laatste nog even duidelijk in beeld: de maximale verwachte omvang van de wereldbevolking zullen we naar de huidige beste schattingen bereiken tegen het einde van deze eeuw en zal een goeie tien miljard zielen omvatten:

Tien miljard monden om te voeden, tien miljard mensen om te huisvesten en te voorzien in steeds groeiende noden is natuurlijk niets om flauw over te doen en er staat dan ook nog wel het een en ander te wachten qua uitdagingen de volgende jaren. Maar paniek inzake overbevolking is dus duidelijk overbodig. Meer nog, Maarten Boudry maakt zich onderhand ongerust dat we met te weinig zullen zijn, en dendert in zijn redenering naar goede gewoonte enthousiast en rücksichtslos de andere kant uit.