Daar helpt geen lievemoederen aan
Je lijflust kan nog zo hevig zijn dat je er wervelziek en aamborstig van wordt, je mag dan nog zoveel zwijmeldrank ophebben dat de voddenmoer die je op straat voorbij komt gewaggeld wel een Venuspriesteres lijkt, je teelzucht mag op een hoogtepunt aanbeland zijn, je kan ritsig zijn, een rinkelrooier, een minnesluiker, een maagdenschender, je mag dan wel een gerodeerd kufbezoeker wezen, op zoek naar een kwikkebil en wanneer je het kochelhuis binnen strompelt springen alle draaigatjes een gat in de lucht, maar dat betekent helemaal niet dat je hier zomaar de fanfaron hoeft uit te hangen.
In werkelijkheid ben je een lauwdaat, een leuningbijter, een labberlot, je labbeit je halve leven weg als een klappei. Je bent een komijnsplitser, klompenvolk, lompenvolk, een potjerol. Als ik je tegensporrelige bakkes in mijn blik krijg wil ik niets liever dan je een vuistige watjekouw te verkopen. Je bent een katijverige, jammerhartige, grammoedige aterling en je verdient niets minder dan de achterkousigheid die je zelf tentoonspreidt tegenover je naar reeuws geurende kornuiten.
Al het radoteren ten spijt - amper kan ik mijn schrijfjeukte bedwingen om mijn afkeer van jou van woorden te voorzien - eens word ik peinzensmoe. Dan is het tijd voor het bedsermoen, uit de mond van een bevallige baanmeid, zodat we deze anerie morgen kunnen overdoen. Ijlebeen nu ras naar die pekelhoer van je zodat we kunnen ophouden met deze kaskenade. Ik concentreer me liever op het schoonbillig schuddegat in mijn bedstee, zozeer dat ik met plezier mijn beste strijkvoetje voor zet.
Ik weet ook wel dat de vrije wil niet bestaat, dus ik heb het helemaal niet zo slecht met je voor, heus. Maar beste maatjes worden we niet, daar helpt geen lievemoederen aan.
Prachtige woorden die ons door ongebruik, vergetelheid of ander modernisme zijn ontvallen. Prachtige woorden om te herontdekken, te gebruiken, te verspreiden. Prachtige woorden die soms niet meer helemaal bij de tijd zijn, noem dus je liefste geen pekelhoer, daar wordt ze beslist niet gelukkig van.
Dit artikel door Tim F. Van der Mensbrugghe bracht me op het spoor van dit heerlijke boekwerkje.